- Rondo
- Referenties
- Lightyear
Nog dit jaar start de productie van de eerste familieauto op zonne-energie, de Lightyear One. Vanaf de tekentafel wordt ook circulariteit meegenomen, vertelt Henk de Bruin, VP Sustainability bij de Helmondse scale-up. ‘Onze keuzes balanceren op het snijvlak van ecologie en economie.’
Over Lightyear
In de serie Impactmakers gaat Rondo in gesprek met leiders in de duurzame transitie over kansen, uitdagingen en hun stip op de horizon. Deze keer: Lightyear, in 2016 opgericht door vijf technische studenten en gevestigd op de Automotive Campus in Helmond. Hun doel: hun zonnewagen Stella, bekend van de World Solar Challenges, doorontwikkelen tot de eerste gezinswagen op zonne-energie. Dit wordt de Lightyear One, die dit jaar in productie gaat. Zijn goedkopere opvolger, Lightyear Two, moet in 2024/2025 van de band rollen. LeasePlan heeft er al vijfduizend geserveerd.
"Hij nam contact op met de jongens, vroeg of zijn kennis van betekenis kon zijn en the rest is history"
Het is 2018 als Henk Bruin na dertig jaar Philips, verantwoordelijk voor de wereldwijde duurzaamheidsactiviteiten, gegrepen wordt door het verhaal van de vijf jonge founders van Lightyear. ‘Disruptive technology had altijd al mijn belangstelling. Innovaties die zo’n grote impact hebben dat ze fundamentele veranderingen in de maatschappij losmaken. Elektrisch rijden doet dat.’ Het is de reden dat hij toen al een paar jaar elektrisch reed, en de overstap maakt van het bekende wereldconcern naar de relatief onbekende scale-up. ‘Uitermate energie-efficiënte motoren, strakke stroomlijning in het design, lange levensduur. En ja, natuurlijk het zonnedak, niet te vergeten. Die combinatie maakt het concept uniek.’ Hij nam contact op met de jongens, vroeg of ‘zijn kennis van betekenis kon zijn’ en the rest is history.
Lage CO2-footprint
Vanuit de missie ‘clean mobility for everyone, everywhere’ ademt Lightyear duurzaamheid, circulariteit hoort daar vanzelfsprekend bij. De Bruin: ‘Qua circulariteit ligt onze focus op het product, op het snijvlak van de ecologische en economische dimensie. Dat wil zeggen: ja, onze milieu-impact verlagen, maar tegelijk onze business vergroten. Daartussen zoeken we het evenwicht.’ Bij Lightyear vertaalt deze visie op circulariteit zich naar twee doelstellingen, vertelt hij. ‘We doen alles om de zonneauto te ontwikkelen met een zo laag mogelijke CO2-footprint. Tegelijk zetten we in op de levensduur, die willen we zo veel mogelijk verlengen. Dat vraagt niet alleen om de juíste materialen, maar ook om mínder of gerecyclede materialen die dezelfde – of liever nog: betere – functionaliteiten opleveren. Dat is ons startpunt.’
"De levensduur verlengen, dat is ons doel"
Slimme materiaalkeuzes
Om te beginnen, de materiaalkeuze. ‘Voor een auto zijn de opties natuurlijk niet onbeperkt,’ bekent De Bruin. ‘IJzer, staal, aluminium en epoxy, verstevigd met koolstofvezels. Maar de uiteindelijke beslissing hangt van meer punten af dan van duurzaamheid alleen. Kwaliteit, veiligheid en gewicht bijvoorbeeld.’ Zo maakt Lightyear voor een deel van de carrosserie gebruik van epoxy, op het eerste gezicht niet de meest CO2-vriendelijke keuze. ‘Maar het materiaal is relatief licht, waardoor de wagen zelf uiteindelijk veel minder energie verbruikt,’ verklaart hij. ‘En vanuit dat oogpunt is het dus wel een duurzame keuze.’
Langere levensduur
Ook de levensduur neemt Lightyear direct in het ontwerp mee. ‘De levensduur verlengen, dat is ons doel. Dit doen we onder andere door onderdelen en materialen op een slimme plek te plaatsen, zodat ze makkelijk bereikbaar zijn bij onderhoud en reparatie. Ook kiezen we voor montagetechnieken, zoals klik- of schroefverbindingen, in plaats van lassen of lijmen. En de keuze van kabelconnectoren is belangrijk.’ Bovendien hebben sommige materialen al een tweede leven gehad. Of zijn later uitstekend geschikt voor recycling of hergebruik. ‘Nu al bestaan sommige ingekochte aluminiumsoorten voor ruim twintig procent uit gerecycled materiaal.'
Tweede levens
Sommige productonderdelen worden ook al ingekocht met het oog op een ‘leven na Lightyear’, zoals de accu. De Bruin: ‘Accupakketten van elektrische auto’s gaan relatief lang mee. Pas na vijfhonderdduizend kilometers merk je tien procent battery degradation. Wat niet wil zeggen dat ze op zijn; zelfs na twintig procent degradation kun je ze nog uitstekend voor stationaire toepassingen gebruiken.’ Zoals in de Amsterdam Arena, waar ‘oude’ accupakketten zonne-energie opslaan om ’s avonds het stadium te verlichten.
Co-creatie
Maar, benadrukt hij, de samenwerking met leveranciers is wel essentieel. ‘Wij werken echt in co-creatie, denken samen na over vernieuwende oplossingen. Op die mindset selecteren we onze suppliers ook.’ Hij geeft toe dat co-creatie in de huidige fase van ontwikkeling makkelijker is dan later, wanneer volume en schaalbaarheid een rol spelen. ‘Dat betekent dat je afspraken moeten meegroeien, die herijk je dan.’ Rond 2024/2025 wil Lightyear zo’n honderdduizend auto’s per jaar gaan produceren, vertelde ceo Lex Hoefsloot al eerder. Dit wordt de high volume-serie: de Lightyear Two, het laagdrempelige, beter betaalbare broertje – startprijs vanaf dertigduizend euro – van de Lightyear One.
"Wij werken echt in co-creatie, denken samen na over vernieuwende oplossingen"
Al CO2-neutraal
Kijkende naar de CO2-ambities wil Lightyear nog beter doen wat ze al goed doen. ‘Daarbij maken we onderscheid tussen twee soorten uitstoot: CO2 gerelateerd aan de productie van toegepaste materialen en aan het gebruik van een auto. Dankzij de in wheel-motoren, het zonnedak en de aerodynamica van het ontwerp gebruikt de Lightyear One slechts 9,5 KwH (kilowattuur) per honderd kilometer. Ongekend zuinig. Door minder materiaalgebruik, materialen met een langere levensduur of meer hergebruikte materialen verlagen we ook de CO2-footprint van de maakfase.’ Het bedrijf zelf was over 2021 al CO2-neutraal, mede door de CO2-compensatie via Trees for All, een organisatie die bossen aanlegt.
Regierol waardeketen
‘Je zou het misschien niet denken, maar een elektrische wagen is een relatief eenvoudig product vergeleken met een fossiele brandstof aangedreven auto met verbrandingsmotor,’ vervolgt De Bruin. ‘Je hebt veel minder onderdelen nodig, er treedt dus ook minder slijtage op. Dit alles maakt ‘m uitermate onderhoudsvriendelijk.’ Ook de levensduur van een elektrische wagen is met zo’n vijftien tot twintig jaar een stuk langer. ‘Met deze voordelen ligt het voor de hand dat we in de toekomst ook het eigen onderhoud willen organiseren, of de volledige terugname van onze auto’s. Zo kunnen we nog beter bepalen welke onderdelen een tweede leven krijgen, bijvoorbeeld. Graag pakken we die regierol in de keten.’
"Graag pakken we die regierol in de keten"
Nieuw businessmodel
En over de toekomst gesproken, plannen en ambities zijn er volop. Later dit jaar wordt de startupwagen Lightyear One in productie genomen, in samenwerking met de nieuwe Finse partner Valmet Automotive. Maar De Bruin en zijn collega’s kijken al verder, en breder – weer met een link naar circulariteit en duurzaamheid. ‘Neem het businessmodel. Lineair, kopen dus, en leasen, zijn nu de belangrijkste modellen op de markt. Maar juist vanwege het lage onderhoud zou Mobility as a Service (MaaS) goed bij onze wagens passen. Inspelend op de deeleconomie dus, waarbij de berijder meestal geen eigenaar is van de auto en zijn gebruik per kilometer of per minuut afrekent.’
Vak apart
En sinds 1 augustus vorig jaar heeft Lightyear een extra zelfstandige productiefaciliteit in de gebouwen van Inalfa Roof Systems in Venray, een van de grootste leveranciers van schuif- en panoramadaken in de automarkt. Hier wil het bedrijf zijn zonneceltechnologie en zonnedaken in eigen beheer verder industrialiseren en doorontwikkelen. ‘Ons met zonnecellen geïntegreerde dak is dubbel gekromd en heeft gepatenteerde technologie aan boord. Uniek, en het procedé erachter is een vak apart. Een geweldige techniek in de strijd tegen klimaatverandering.’